Historie

Zoals beschreven op de pagina “Wie wij zijn”, zijn bijna alle activiteiten van de Congregatie altijd gericht op de jeugd, vooral ook voor hen die het minder goed hadden in welk opzicht dan ook. In de doelstelling staat dan ook al vanouds:

Constituties art. 102, goedgekeurde versie 1997:
De  leden van de congregatie stellen zich gezamenlijk ten doel te leven volgens de evangelische raden, met inachtneming van de canonieke bepalingen door het kerkelijk gezag aangegeven. Tegelijkertijd willen zij in de geest van het evangelie meewerken aan het opvoeden en onderwijzen van jonge mensen, en mede gelet op de noden van de tijd, andere taken verrichten indien de congregatie dat vraagt of aanvaardt.

Nu is het niet zo, dat alle leden rechtstreeks bij de jeugd werkzaam waren, in welke vorm dan ook. Nee, er zijn altijd medebroeders geweest die interne functies verricht hebben als kok, portier, ziekenbroeder, bestuurder enz. enz.

Natuurlijk lijkt dit voor Nederland op een geschiedenisverhaal. Dat is het in feite ook, want er zijn geen fraters meer met een officiële baan in het onderwijs of in de jeugd­zorg. Alle Nederlandse leden zijn ouder dan 65. Dit betekent dat de mogelijk­heden voor velen te miniem zijn om nog activiteiten buiten eigen huis te onderne­men, maar wie nog kan probeert dat zoveel mogelijk nog wel te doen, al is het op bescheiden schaal.

In 1928 is de Congregatie missiewerk in het toenmalige Indië begonnen. Na het zelfstandig worden van Indonesië in 1948 zien we in het geheel van de Congregatie een proces van Indonesianisatie ontstaan. Indonesianisatie wil zeggen: een proces waarin alle bestuurlijke functies van de Nederlandse fraters naar de eigenlandse fraters in Indonesië overgegaan zijn. Concreet begon dit in 1954 toen een Indone­sische medebroeder lid werd van het Districtsbestuur en in 1961 de eerste Indonesiër Novicenmeester werd. Het heeft in 2006 zijn voltooiing gekregen in het Algemeen Kieskapittel dat drie Indonesische medebroeders tot het Algemeen Bestuur koos.

Een belangrijke stap in het gehele proces was dat het toenmalig Algemeen Bestuur in maart 2004 naar Indonesië verhuisde. Het Algemeen Kapittel had in 2000 beslist dat de verplaatsing van de hoofdzetel (De Bilt in het Aartsbisdom Utrecht) zou geschieden tijdens de toen begonnen bestuursperiode. In 2003 is beslist dat de nieuwe hoofdzetel zou zijn in Malang in het gelijknamige bisdom op Oost-Java. In Malang is de Congregatie in 1928 met haar activiteiten in Indonesië begonnen.
Daar onze Congregatie kerkrechtelijk gezien van “diocesaan recht” is, ging de kerkelijke verantwoordelijkheid over van de aartsbisschop van Utrecht naar Mgr. HYS Pandoyoputro O.Carm., bisschop van Malang.
Op 28 maart 2004 werd het Bestuurshuis (klooster + kantoor) in Malang officieel ingewijd door Mgr. Pandoyoputro en was de verplaatsing van de hoofdzetel van de Congregatie een feit.

In Indonesië (ongeveer 100 fraters) zijn de meeste leden op scholen en internaten werkzaam, naast de jongere garde die nog aan het studeren is.

In 1958 zijn de eerste fraters naar Kenia vertrokken (Provincie South Nyanza), waar
zij onderwijs gaven op middelbare scholen, op een technische school, op een kleinseminarie en een landbouwschool. Al gauw kwamen er buitenschoolse activiteiten bij ondermeer opvang van straatkinderen, maar ook sociale projecten als watervoorzieningen (doen) aanbrengen.

We kunnen wel stellen dat de Congregatie in Kenia altijd in projecten van bisdommen heeft gewerkt en geen eigen werken en huizen heeft gehad.

In het jaar 2000 zijn de laatste Nederlandse medebroeders uit dat deel van Kenia naar Nederland teruggekeerd, maar daarvoor was er al één naar Turkanaland in het hoge noorden van Kenia vertrokken, om op verzoek van de toenmalige bisschop aldaar een straatkinderenproject op te zetten. Deze medebroeder werkt nog steeds daar in Lodwar. Inmiddels zijn er sinds 2003 ook enkele Indonesische medebroeders in Lodwar werkzaam, zowel bij het straatkinderenproject als bij een studiehuis voor leraren en studenten.