Hoofdstuk I

HET ONTSTAAN VAN DE CONGREGATIE

De Stichting

De Congregatie van de fraters is gesticht in 1873 door Mgr. Andreas Ignatius Schaepman, aartsbisschop van Utrecht (1868 – 1882). Hij is geboren te Zwolle in 1815, priester gewijd in 1838.

Andreas Schaepman is praktisch van aard. Hij zoekt een oplossing voor de problemen waarvoor hij zich gesteld ziet. Hij is begaan met de armen. Na zijn benoeming tot bisschop heeft ook het onderwijs zijn bijzondere aandacht.

Sinds 1848 wordt de vrijheid van onderwijs in de grondwet gewaarborgd. Confessioneel oftewel bijzonder onderwijs (dus katholiek, protestant) is wel toegestaan, maar alleen het openbaar onderwijs ontvangt van regeringswege financiële ondersteuning. De ouders die hun kinderen naar confessionele scholen sturen moeten zelf betalen. Deze onderwijzers ontvangen een schamel loontje.

Om aan katholiek onderwijs voor jongens in het aartsbisdom te voorzien, neemt mgr. Schaepman het initiatief tot het stichten van een broedercongregatie. Hij gaat te rade bij mgr. Zwijsen die voor het bisdom Den Bosch al in 1844 een congregatie van mannelijke religieuzen in Tilburg heeft gesticht, de fraters van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid.

De leden van de Broeders van het Gemene Leven uit de tijd van Geert Grote, 14de eeuw, werden “frater” genoemd. Om die historische lijn voort te zetten neemt mgr. Schaepman die term over, juist omdat die gemeenschap grote betekenis had voor de opvoeding van de jeugd in de noordelijke provincies van de toenmalige Nederlanden.

Mgr. Schaepman stelt zijn nieuwe stichting onder bescherming van Maria, onder de titel: Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart. Deze titel is dan nog vrij nieuw en komt van de Stichter van de Missionarissen van het Heilig Hart, Père Jules Chevalier, die deze titel voor Maria het eerst gebruikte in Issoudun, Frankrijk (1857). De “ondertitel” bij deze eretitel is: Hoop der hopelozen.

In Nederland is de basiliek in Sittard aan Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart toegewijd.

De H. Vincentius à Paulo wordt patroon van de “liefdewerken” van de fraters en Vincentius wordt hen voorgehouden als inspirerend voorbeeld bij hun activiteiten.

Beelden van de H. Vincentius à Paulo in een museum